~~

 THOSE WERE THE DAYS…

…toen van mijn koopgids Wijnalmanak – voor aanvankelijk de beste wijnen onder tien gulden, en later onder vijf euro – binnen een paar maanden, altijd vanaf oktober, tienduizenden exemplaren werden verkocht, en de titel steevast in de boeken toptien belandde. En dat gedurende zeker vijftien achtereenvolgende jaren.

Het betekende wel dat op den duur, in het late voorjaar, meer dan tweeduizend flessen werden bezorgd die in pakweg acht weken moesten worden geproefd. De huiskamer stond bomvol met dozen. Mijn lieve vrouw Julie ‘registreerde’ elke wijn op een proefformulier, waarna ik vrijwel dagelijks zestig tot tachtig wijnen ging proeven om de beste, de lekkerste, de plezierigst geprijsde te vinden en vervolgens te beschrijven.

Het zelf openen van al die flessen was een horreur, want de schroefdop bestond nog niet. Het eerste jaar kreeg ik ook meteen een soort ‘tennisarm’. Maar gelukkig, de WineMaster van Vacuvin bood soelaas. Want met een paar simpele hefboom bewegingen konden daarmee de kurken worden verwijderd.

(De cartoon is een bewerkte uit vermoedelijk The Wine Spectator van decennia geleden.)

 

 

 

WANDELEN EN PROEVEN
op
ARUBA

We hebben het ervaren in Cádiz, Detroit, Dresden, Graz, San Gimignano en heel wat andere plaatsen: de beste manier om een stad verkennen is wandelend met een lokale gids. Blij dus om op Aruba de toergids Mark Benson Denz (foto) te ontmoeten. Als de nummer één gids van www.bookaruba.com gaat hij ons Oranjestad laten zien. In pakweg drie uur tijd. Op een beschaduwde plek vertelt Mark eerst het een en ander over Aruba. Het eiland werd in 1499 bezet door Spanjaarden. Die kennelijk zo klein van stuk waren dat ze de daar wonende Indianen beschouwden als reuzen – en de nieuwe kolonie Eiland van de Giganten doopten. Later kreeg het de naam Oroba, omdat er goud gevonden was. En sinds ongeveer tweehonderd jaar wordt het daarvan afgeleide Aruba gebruikt. Vandaag de dag wonen er zo’n 106.000 mensen – die vorig jaar het record aantal van ruim 1,2 miljoen toeristen ontvingen. Circa 70 procent van de bevolking is dan ook direct of indirect betrokken bij de toeristenindustrie. Vroeger werden in Oranjestad veel paarden verhandeld. Vandaar dat verspreid over het centrum acht sculpturen van paarden werden geplaatst. Ze zijn blauw, omdat de paarden destijds via het blauwe zeewater werden ontscheept.

Het eerste deel van onze stadstoer voert langs een hele batterij juweliers en langs een sjiek winkelcentrum waarvan de brede, versierde koepeltorens doen denken aan even zovele  verjaardagstaarten. Met ervoor, over de L.G. Smith Boulevard, een schier eindeloze rij stapvoets rijdende auto’s. Achter en parallel ermee loopt de veel rustiger Schelpstraat. Waar een eerste ‘culinaire’ stop wordt gemaakt. Dit gebeurt bij Stop & Go, een simpel eettentje waar je staand het ontbijt kunt gebruiken en de plaatselijke specialiteit pastechi kunt bestellen. Dit is een gefrituurd deegbroodje dat gevuld kan zijn met o.a. kip, rundvlees, tjap tjoy of kaas. De laatste versie krijgen wij gepresenteerd: het deeg smaakt ietwat zoet, en de kaas blijkt Goudse te zijn. Toevallig rijdt een van de vier open toeristentrams voorbij. Het stadbestuur heeft een jaar of vier geleden een trambaan aangelegd die bezoekers heen en terug naar het stadshart voert, vanaf de cruisehaven, en dat geheel gratis. Schuin achter Stop & Go ligt het National Archeological Museum dat werd ondergebracht in vier oude, gerenoveerde pandjes, monumenten eigenlijk. Met ervoor een van de blauwe paarden. Op een van Hollands aandoende, fel gekleurde gevels staat ‘año 1929’.  Het museum vormt een hommage aan het 3500 jaar oude erfgoed van Aruba. Even verderop arriveren op het centrale plein,  waar vijf straten uit uitkomen. Behalve een uitnodigend terras zien we er een fonteinpartij met wederom een blauw paard. Mark wijst op de torens van Oranjestads eerste Protestantse kerk (1846) en een veel grotere dichterbij (1950).

Tijd voor groen. In het nabije Wilhelminapark, langs de kust, worden gazons afgewisseld door oude bomen, struikgewas en bloemperken, het vormt de leefomgeving van een groep lui in de zon liggende leguanen die dagelijks door een hotel worden gevoederd. Standbeelden prijken er ook. Het hoogste en allereerste (1955) van heel Aruba is dat van een statige, verrassend rijzige koningin Wilhelmina. Recenter (2011), kleiner en zeker zo fraai is de sculptuur van Anne Frank. Deze staat op sokkel met op zijn vier zijden in de vier talen van Aruba – Papiamento, Nederlands, Spaans, Engels – Anne’s inspirerende woorden ‘Hoe heerlijk het is dat niemand een moment hoeft te wachten om te wereld te verbeteren.’ Tegenover het park werd een buste geplaatst van Cornelis Eman (foto onderaan deze reportage) die in navolging van zijn vader Jan Hendrik ‘Henny’ Eman, elders eveneens in steen vereeuwigd, streed voor onafhankelijkheid, anno 1947. Tevergeefs overigens; het was pas bijna veertig jaar later dat de Nederlandse regering Aruba zijn huidige status en eigen parlement gaf.

We zijn nu vlakbij Fort Zoutman. Dit verrees, op initiatief van kolonel Zoutman, in 1796 om  zeerovers af te schrikken. Met de bouw werd begonnen nadat een van de piraten maar liefst twaalf paarden had gestolen. Het kleine, stoere complex heeft echter nooit strijd geleverd. Je betreedt het via een poort onder Willem III vuurtoren, die anno 1968 ook verrees als uitzichtpunt. Het fort zelf fungeert tegenwoordig als Museo Historico waarin lokale geschiedenis in beeld wordt gebracht. Niet ver voorbij het fort staat het Huisje Kart, 250 jaar oud, en als gebruikelijk heel laag. Er is nu een Italiaans wijnrestaurant in gevestigd, Italy in the World  (Oranjestraat 2). Schuin erachter, links en langs de Wilhelminastraat, vind je van Oranjestads mooiste panden, het Eloy Arends Huis. Dit verrees in 1925 als een soort bruidsschat, voor de bruid van de aanstaande bruidegom (foto rechts). Geheel passend in deze gedachte is dat de voormalige woning, die na een brand volledig werd gerestaureerd, nu dient als stadhuis en trouwlocatie. Langs de Wilhelminastraat ontdekken we ook Bistro de Suikertuin waar o.a. Indonesische gerechten als nasi goreng verkrijgbaar zijn.

Ter afsluiting lopen we naar de officieuze hoofdstraat, de Caya Kroes, waar alleen de tram mag rijden. Langs de rustige, beboomde straat staat niet alleen het bazaarachtige Palais Orienta, de oudste (1928) winkel van het eiland en nog steeds in handen van dezelfde familie), maar ook het Pastechi House met langs zijn gevel levensgrote beeltenissen van Máxima en Willem-Alexander. Als finale gaat onze gids persoonlijk pan pati bereiden,  een gebakken, zoetig deeggerecht waarin o.m. maïsmeel wordt verwerkt. Dit gebeurt in Cocoplum, een primitief-sober ingericht, open eetlokaal gespecialiseerd in eilandgerechten. Maar na de warme wandeling genieten we zeker zoveel van het koel geserveerde bekertje bier, Aruba’s eigen Balashi pils, dat heel hoppig smaakt en de inmiddels aanzienlijke dorst lekker lest.

Ook met de eigen eilandwijnen kan op Aruba de lekkere dorst worden gelest. Want de Twentse wijnproducent Roelof Visscher, die eerder ervaring opdeed met een wijnproject op Curaçao, heeft samen met de lokale ondernemer David Kock en diens familie Aruba’s eerste wijngoed gesticht. Dit heet Alto Vista (www.altovistawinery.com), ligt in woestijnig terrein ten noorden van Oranjestad, wordt omgeven door cactussen, en bestaat uit diverse gronden: stenig, klei/leemhoudend en zanderig. Het beslaat nu 2 hectare, maar gaat geleidelijk groeien naar 4 en mogelijk zelfs 6 hectare. De belangrijkste druiven zijn chenin blanc en tempranillo. Daarnaast werden colombard en syrah aangeplant. De eerste oogst was die van 2022. Een van de grootste uitdagingen? Dat is, zo stelt Roelof, water: ‘Maar we redden het met een combinatie van regenwater, leidingwater en gerecycled grijswater uit hotels.‘ Een andere uitdaging wordt gevormd door vogels en ander ongedierte die druiven kunnen oppeuzelen. Vandaar dat de stokken beschermd worden door netten. Vanwege het zonnige klimaat zou twee keer per jaar kunnen worden geoogst, ‘maar we hebben ervoor gekozen om dat in de eerste jaren te beperken tot één oogst per jaar’. Inmiddels is de Alto Vista Winery (die overigens ook een distilleerderij heeft voor rum) een toeristische attractie geworden. Men kan op alle dagen van de week behalve zondag een toer van een à twee uur boeken die bestaat uit een wandeling door de wijngaard, een kijkje in de kelder en een proeverij van vijf wijnen (wit, rosé en rood) met snacks, in het eigen proeflokaal dat een terras heeft. Wat een plezier om op Aruba niet alleen te kunnen wandelen, maar ook te proeven.

 

***

 

 


SCHILDERIJ VAN DE MAAND

De naam Cheddar is wereldwijd verbonden met een harde kaas, maar refereert ook aan een imposante ravijn bij de gelijknamige stad in het Engelse graafschap Somerset. Deze Cheddar Gorge zou je haast als de Grand Canyon van Groot Brittannië kunnen beschouwen. Zelf vind ik hem zo mooi en indrukwekkend dat ik hem dit jaar voor de tweede keer heb geschilderd, maar nu veel groter dan in 2020. Voor meer details zie bij Landschappen op www.vinpressionist.com.  

 

 

 

FLATERS AAN TAFEL

 Je zou het bijna een jeugdzonde kunnen noemen, mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel die ruim 35 jaar geleden verscheen bij de toen nog bestaande Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012). Elke maand plaats ik een vrolijke voorval en een illustraties in dit webmagazine. Deze maand wordt een belevenis van de Tilburgse wijnpublicist Frans Verbunt beschreven.

Frans Verbunt schreef over wijn, en wist dus hoe het hoort. In een landelijk Bourgondisch restaurant bestelden hij en zijn vrouw forel, en als ‘kenner’ vond Frans dat daarbij beslist een witte wijn moest komen. Er stonden echter alleen rode wijnen op de kaart. Alleen door luidkeels veel drukte en misbaar te maken lukte het Frans om toch een fles wit op tafel te krijgen. Even later arriveerde de forel – die bereid was met… een rode wijnsaus. Een lichte rode Bourgogne van de kaart zou er perfect bij zijn geweest. Vermoedelijk is Frans Verbunt nooit terug geweest in het desbetreffende restaurant, tenzij goed vermomd.

 

 

***

 

Dit etiket van de grootste Zuid-Afrikaanse wijncoöperatie KWV in Paarl is een eerbetoon aan Abraham Perold, professor of viticulture aan de universiteit van Stellenbosch. Anno 1925 was hij het die de blauwe druivensoort pinotage creëerde door pinot noir te kruisen met cinsault (destijds hermitage genoemd). Pinotage is een vroeg rijpende druif met een zeer donkere kleur en krachtige smaakkenmerken van o.a. bramen en pruimen. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit label selecteerde uit zijn wereldwijde collectie.

 

 

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf ,of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.