CÔTE DES BARS
DE ZUIDELIJKE CHAMPAGNE

Waarschijnlijk de meest succesvolle Nederlandse auteur van reisgidsen over Frankrijk is Ruud Couwenhoven. Voor zijn serie Frankrijk Binnendoor heeft hij samen met zijn vrouw Marian ook wijnstreken intensief bereisd, zowel bekende als minder bekende. En in elk gebied ook verrassende vondsten-om-te-bezoeken gedaan, buiten de geëffende paden. Hier is een deel van zijn verslag over zo’n minder bekend wijngebied, dat van de zuidelijke Champagne: de Côte des Bars. Ruud begint zijn road trip in het meest noordelijke dorp, Dienville. Dit plaatsje ligt bij het Lac d’Amance, een reservoir waar veel watersport wordt beoefend.

Op de rotonde bij de haven van Dienville kun je in de verte al de toren van het kerkje zien.  Als je het gebouw in wilt, moet je er links omheen lopen en de ingang aan de zijkant nemen. Even later sta je in een compleet museum. De kerk Saint-Quentin de Dienville ontstond rond 1500, en uiteindelijk verrees in 1784 de vreemd ogende toren met zijn halfronde koepel. De originele glas-in-loodramen stammen uit de 16e eeuw en zijn gemaakt door beroemde glazeniers uit Troyes. Rechts in een nis staan vitrines waarin men religieuze kunstschatten uit kerken in de omgeving heeft ondergebracht.  De kerk zelf is ook prachtig, met veel licht. Achter het gebouw ligt trouwens een fraaie oude markthal die dankzij koning Frans I in 1530 het recht kreeg om vier jaarmarkten en een wekelijkse markt te houden. Deze weekmarkt vindt nog steeds plaats op dinsdagochtend.
De volgende bestemming is het 20 kilometer verderop gelegen Bar-sur-Aube. De leukste, aantrekkelijkste route daar naartoe is om in Dienville voor de brug over de rivier naar rechts te gaan en dan de D46 te volgen, een rustige en smalle weg die dwars door het dal van de Aube loopt. Het eerste stuk tot het dorpje Unienville gaat grotendeels langs landerijen, en links van een bomenrij stroomt de Aube. Na Dolancourt blijft de weg de meanders van de rivier volgen, kom je door stukken bos en wordt het landschap heuvelachtiger. Bar-sur-Aube is een middeleeuwse plaats waar nogal wat te zien en te doen is. Het best kun je in de slenterstand gaan en op je gemak door de straatjes en steegjes wandelen. Je zult veel oude panden met vakwerk zien en het gemeentehuis is een plaatje.  Ook vind je er een overdekte markthal (links op de foto), en elke zaterdagochtend is er in het centrum een gezellige markt. Er zijn diverse wandelingen uitgezet, en langs de rivier flaneren is ook heel leuk. Bij het office du tourisme hebben ze alle informatie over activiteiten in de omgeving. Je kunt bijvoorbeeld een kanotocht op de Aube maken, en omdat Bar-sur-Aube tegen de uitlopers ligt van de Côte des Bar, kun je in het stadje en omgeving kennismaken met diverse Champagnes. Rond het dorp liggen heuvelende wijngaarden.
Een prachtige rit van ruim 30 kilometer vanuit Bar-sur-Aube gaat over een gestaag stijgende weg dwars door wijngaarden richting Bergères en vervolgens naar Essoyes. Onderweg zijn genoeg plekken om even te stoppen en te genieten van het uitzicht. Het plaatsje wordt doorkruist door de Ource en links voor de brug kun je parkeren.  Essoyes is het dorp van de beroemde schilder Pierre-Auguste Renoir. Bij de parkeerplaats kun je in het office du tourisme van alles te weten komen over deze schilder en zijn leven ter plekke. Zo is er een leuke wandeling uitgezet waarmee je in de voetsporen van Renoir het dorp kunt verkennen. De schilder woonde er niet het hele jaar, maar bracht er vooral de zomermaanden door. De wandeling brengt je langs alle plekjes die voor de schilder iets bijzonders hebben betekend, zoals het huis van Gabriëlle, de dorpsschone die zijn muze werd en die voor tal van zijn werken model stond. Ook het riviertje de Ource inspireerde Renoir meermaals. Overigens verdient het aanbeveling om regelmatig van de wandelroute af te wijken, want dan ontdek je nog meer bijzondere plekjes. Wie meer over het leven van Renoir te weten wil  komen, kan dat in de Espace Renoir bij het office du tourisme, en ook halverwege de wandeling in het huis dat Renoir anno 1896 kocht (foto links). In de tuin ervan liet hij een atelier bouwen, en je kunt zien hoe hij in de woning leefde en in zijn atelier schilderde. Bij Essoyes zijn een viertal bewegwijzerde wandelingen in de omgeving uitgezet die variëren van 3 tot 14 kilometer. Dus van een bezoek aan Essoyes en omgeving kun je ook een leuke dagtocht maken. In de zomermaanden is het dorp wel een toeristische trekpleister, en dat weet de horeca er ook. Voor een lunch of diner kun je dan misschien beter uitwijken naar het 18 kilometer verderop gelegen wijndorp Les Riceys. De D70 daar naartoe klimt al snel door een bos omhoog, en als je bijna op het hoogste punt bent en het bos uit rijdt ontvouwt zich, na een scherpe bocht, een uitzicht op de wijngaarden. Dit zijn wederom wijngaarden van de Côte des Bar, waar ongeveer een kwart van de totale Champagne productie vandaan komt. Bij het wijndorp Gyé-sur-Seine steek je de Seine over, en een paar kilometer verder kom je dan bij Les Riceys (foto bovenin deze reportage). Dat is trouwens een beetje vreemd dorp, want het bestaat uit drie kernen: Ricey-Bas, Ricey-Haute Rive en Ricey-Haut. Ooit waren het zelfstandige dorpen en daardoor zijn er nu drie kerken die zelfs alle drie een historisch monument zijn. De meeste wijnboeren in Les Riceys maken Rosé des Riceys, een rosé die alleen hier gemaakt wordt. Daarmee onderscheidt het dorp zich van alle andere wijndorpen in de Champagne streek. Deze rosé wordt alleen gemaakt in goede en vooral zonnige jaren en kan dan drie tot tien jaar worden bewaard. Naast de rosé wordt er in het dorp ook Champagne gemaakt die doet absoluut niet onder doet voor de beroemde Champagnes uit bijvoorbeeld de noordelijker Côte des Blancs. Ik bewaar mooie herinneringen aan Les Riceys, want een aantal jaren geleden wilde ik Marian verrassen met een leuk weekend en boekte een kamer in het hotel Le Magny (foto terras). Daar hebben we geen moment spijt van gehad, want naast comfortabele kamers heeft dit een voortreffelijk restaurant. Door de ligging wandel je vanuit het hotel ook zo de wijngaarden in. Les Riceys is behalve een aardig dorp ook een uitvalbasis voor leuke tochten door de omgeving.
Wie de road trip door de zuidelijke Côte des Bar voorzet in westelijke en dan noordelijke richting bereikt eerst Avirey-Lingey, waar meerdere goede wijndomeinen liggen. Weer enkele kilometers verderop, langs de D443, ligt Bar-sur-Seine. Dit is een gezellig dorp dat dankzij een rijk verleden in de 16e en 17e eeuw een fraaie oude kern heeft. Net zoals in veel plaatsen in deze streek staan ook hier oude vakwerkhuizen. Als je net als ik kunt genieten van het licht door gebrandschilderde ramen, dan zijn de originele glas-in-loodramen in de église Saint-Étienne een aanrader. Wandel vervolgens over de promenade du Croc Ferrand langs de Seine, of klim naar de Tour de l’Horloge om bij de ruïnes van het kasteel over Bar-sur-Seine uit te kijken. Via de D443 kan de route worden afgesloten in Vendeuvre-sur-Barse dat door maar liefst tien rivieren wordt doorkruist, en daarom ook vijftien bruggen telt. Het dorp heeft een kasteel, en de kerk Saint-Pierre, een historisch moment, verdient zeker een bezoek.

Tot slot enkele aanbevolen Champagne producenten in de Côte des Bars.

Elise Dechannes in Gyé-sur-Seine
Een prima selectie Champagnes die allemaal heel verfijnd zijn. Biologisch, puur en de prijzen rijzen niet de pan uit. Adres: 22 Rue de la Nation, 10250 Gyé-sur-Seine.

Olivier Horiot in Riceys-Bas
Een domein dat wat exclusiever dan gemiddeld is, maar waar heel goede Champagnes worden gemaakt.Adres: 25 Rue de Bise, 10340 Riceys-Bas.

Dosnon in Avirey-Lingey
Hier worden echt heel goede Champagnes gemaakt van biologisch geteelde druiven op 2,15 hectare. Alle wijnen en Champagnes bij dit domein zijn goed en vaak met een lagering in eikenhouten vaten uit Meursault. Kleinschalig, maar geweldig in kwaliteit. Adres: 4 Rue du Bas de Lingey, 10340 Avirey-Lingey.

Serge Mathieu in Avirey-Lingey
Door Serge Mathieu (op de foto voor zijn kelder)  worden makkelijk toegankelijke Champagnes gemaakt in een fruitige en soepele stijl. Ze zijn heel goed drinkbaar en zacht qua prijs.
Adres: 6 Rue des Vignes, 10340 Avirey-Lingey

Voor meer informatie zie Frankrijk Binnendoor Regiogidsen. Samensteller Ruud Couwenhoven verstrekt ook tips en podcasts op frankrijkbinnendoor.nl. Bovendien geeft hij een vrijwel dagelijkse portie Frankrijk op zowel facebook.com/frankrijkbinnendoor als op instagram.com/frankrijkbinnendoor. De hier afgebeelde foto’s zijn van Ruud Couwenhoven en om. van regionale dan wel lokale offices/maisons du tourisme.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Jaren geleden, schilderen was nog lang niet in beeld, kreeg ik van mijn lieve dochter Melanie een verjaarskaart die ik koesterend heb bewaard – en zowaar terug gevonden. Hij toont een kleurrijk olieverf schilderijtje van Michael Leu, met daarop een slapende kat binnen een Mediterraan decor. Welnu, ik heb het op een paar avonden als model gebruikt voor een A4 pastelwerkje, daarbij wel van alles veranderend aan de compositie en de invulling. Voor meer details over  Mediterraan tukje zie dieren op www.vinpressionist.com.

 

 

MEMORIES WERE MADE OF THIS (1)

In de vijftig jaar dat ik als fulltime wijnschrijver actief ben geweest, heb ik in kleine ringband boekjes van alles genoteerd. Streekimpressies, gesprekken met producenten, wijnproefnotities, mooie maaltijden en alle mogelijke voorvallen. Een aantal van deze herinneringen deel ik voortaan graag in dit maandmagazine.

 Bordeaux per Deux Chevaux

Na drie jaar en drie uitgevers was het me eindelijk gelukt om een contract te krijgen voor het schrijven van De grote wijnen van Bordeaux, het eerste boek ooit over de beroemdste châteaus en hun wijnen. De full-colour uitgave, briljant ontworpen door Will van Sambeek, en met schitterende foto’s van Peter van der Velde, moest in het najaar van 1975 verschijnen. In niet alleen Nederland, maar tegelijk in Engeland en Amerika, met Duitse en Franse edities in het voorzichtige vooruitzicht. Peter was al tijdens de oogst van 1974 gaan fotograferen. Zelf stapte ik op 1 januari 1975 in mijn Deux Chevaux, richting Bordeaux. De hele maand januari zou worden besteed aan het bezoeken van bijna negentig châteaus. Waartoe, met grote hulp van de in Bordeaux woonachtige wijnhandelaar Herman Mostermans, een spoorboekje van afspraken was gemaakt.

Het duurde twee dagen voordat ik, aan het begin van de avond, arriveerde in de donkere, winterkoude, bijna desolate Médoc. Waar ik zou logeren, helemaal in mijn eentje, op Château Rausan-Ségla, gemeente Margaux. Een huishoudster bracht elke ochtend wat ontbijtspullen, maar verder zag ik geen sterveling. Mijn elektrische schrijfmachine en papier waren meegebracht, want vanwege de tijdsdruk – het manuscript diende immers snel in het Engels te worden vertaald – moest ik ’s avonds al gaan schrijven.

Lunches en diners gebruikte ik of op châteaus of in Relais du Médoc, een landelijk eethuis in Lamarque. Nog nooit heb ik zo vaak entrecôte bordelaise gegeten, soms twee keer per dag. De gezelligste lunch was die bij Lucien Lurton en zijn kinderrijke gezin op Château Brane-Cantenac (foto). Het viel me toen weer eens op dat je de persoonlijkheid van de maker soms terugvindt in het karakter van zijn wijn. ’Lucien Lurton’, zo schreef ik, ‘is een bijzonder sympathieke, rustig pratende man en zijn wijn is zacht, soepel en harmonisch, duidelijk bestemd om door velen te worden bemind.’

Mijn allereerste châteaubezoek, 3 januari 1975 om 9 uur ’s ochtends, zette meteen de toon. Men vond het gewéldig dat iemand uit Nederland langs kwam – voor het maken van zowaar een boek. De ontvangst op Château La Tour Carnet, een echt kasteeltje compleet met slotgracht, ophaalbrug  en slottoren, was dan ook allerhartelijkst. Vol trots liet de toenmalige eigenaar Louis Lipschitz, die het destijds vervallen wijngoed drie jaar eerder had gekocht, zijn geheel restaureerde château zien en de compleet gerenoveerde kelder. Bij het proeven zei zijn vrouw ‘De neus van onze wijn doet me altijd denken aan een fijn parfum. Ik heb soms de neiging om een klein beetje wijn tussen mijn handen te wrijven en dan het bouquet op te snuiven, net als met een parfum.’

Om mijn kluizenaarsavonden op Rausan-Ségla wat te veraangenamen had ik Herman Mostermans gevraagd om wat halfjes rode wijn. Die kwamen ook, van het wijnbedrijf  Ginestet, waarvoor Herman toen nog werkte – en dat eminente exclusiviteiten had, waaronder Domaine de Chevalier. Bovendien was de familie Ginestet eigenaresse van Château Margaux. Heel genereus kwamen dus de meest prachtige wijnen in halve flessen. Bernard Ginestet (links), de goedlachse baas van Herman en latere burgemeester van Margaux, vond het overigens maar vreemd dat iemand ’s avonds wijn ging drinken – dat deed je immers alleen tijdens lunch en diner – maar had toch zijn fiat gegeven. Op 16 januari verhuisde ik van de Médoc naar de noordelijke Graves (het district dat tegenwoordig Pessac-Léognan heet). Wat zo gehaast gebeurde, vanwege een uitgelopen afspraak, dat ik de nog resterende halfjes vergat. Ik heb er nóg spijt van. Bellen met Ginestet hielp ook niet, de flesjes waren vreemd genoeg allemaal verdwenen. Wordt vervolgd.

 

FLATERS AAN TAFEL

Je zou het bijna een jeugdzonde kunnen noemen, mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel die ruim 35 jaar geleden verscheen bij de toen nog bestaande Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante Bert Witte (1943-2012). Elke maand plaats ik een vrolijke voorval en een illustraties in dit webmagazine. Deze maand wordt een belevenis van de legendarisch Parool redactrice Jeanne Roos beschreven.

De laatste avond van mijn Brusselse verblijf bij een welgestelde familie was er ’s avonds een diner met meerdere mensen, waarvan ik me vooral een kleine middelbare Belgische majoor herinner, met een snorretje en een uniform waarop rijen linten zaten. Het was een vrolijke man die me voor tafel een drankje bracht in een groot glas. Het smaakte fris, naar anijs, en had de kleur van grapefruitsap. Het dronk makkelijk weg, en ik werkte drie glazen naar binnen. Toen we aan tafel genood werden en ik op opstond, viel ik net niet om, maar wist heel zeker: ik ben bezopen als een kanon. De drank was Pernod. Zonder al te veel opzien te baren en via verschillende stoelleuningen belandde ik aan de lange, feestelijk gedekte tafel ter rechterzijde van de majoor.

Van het eerste gerecht schoof ik een flinke hap naar binnen, en kauwde met het idee: ik ben dronken, meteen veel eten, dan gaat het wel over. In mijn hoofd begon een oorverdovend geknars. Maar, stug dooreten en geen onzin was de boodschap. Lekker vond ik het niet, er zaten ook harde sprieten aan. Schelpen met sprieten, iets anders kon ik er niet van maken. Het werd stil aan tafel, en ik keek eens door de oogharen naar de overbuur die de grauwe dingen oppakte en ze doormidden brak om er delicieus aan te gaan zuigen. Oké, ook ik breken en zuigen, al had ik geen idee waarom. Achteraf bleken het ongepelde grote garnalen met snorren te zijn. Ik had zulke dingen nooit gezien, want bij ons thuis kwam geen garnaal, gepeld of ongepeld over de vloer, dat mocht niet van God. Nog voor ik me diep kon gaan schamen, stootte de majoor, die ook niet helemaal puntgaaf meer was, zijn glas wijn om, zodat het hele tafelkleed Bordeaux rood werd: de aandacht was afgeleid van de poor relation uit Amsterdam. Wat we verder te eten kregen… ik weet het niet meer.

 

***

 

***

IN MEMORIAM
LAURENS VAN ROOYEN

Eind vorige maand vernam ik dat de grote musicus Laurens van Rooyen onverwacht was overleden, op 88-jarige leeftijd. Hij is de enige Nederlandse componist wiens mooie muziek ik altijd bij me heb, o.m. als tijd- en filestress verjager in de auto. Het betreft een cd van de melodieuze, rustgevende, ongelooflijk knap gecomponeerde en gespeelde Bordeaux Suite – die ik in 1988 samen met Laurens tot stand heb mogen brengen. En waarmee we samen ook zijn opgetreden tijdens Bordeaux diners.

Want, zo bedacht ik 36 jaar geleden, als je een pastoraal landschap op muziek kunt zetten, of een schilderijententoonstelling, of de Grand Canyon, waarom dan niet een wijnstreek? De zo facettenrijke Bordeaux bijvoorbeeld? Dit idee bracht ik ter sprake na een wijnproeverij in Jan Tabak (Bussum) aan mijn toevallige tafelgenoot Laurens van Rooyen. Die meteen enthousiast raakte. Net als Willem Duys, toevallig ook aan tafel, die de toezegging deed dat hij de muziek in zijn zondagse radioprogramma zou draaien.

Om Laurens te inspireren heb ik op diens verzoek bij hem thuis, in Breukelen, over allerlei aspecten van het Bordeaux-gebied verteld. Zoals over de deels Engelse historie, over de belangrijke rol van de grote rivieren, over de stad Bordeaux, over de verfijnde wijnen, over de bovengrondse kelders en uiteraard over de châteaus. Waarna Laurens op briljante wijze tien stukken schreef voor wat de Bordeaux Suite werd gedoopt. Deze werd vervolgens door de componist zelf gespeeld, op een speciaal door Christofori (Amsterdam, waar de foto werd genomen) geprepareerde Steinway vleugel – en opgenomen voor een langspeelplaat die eind 1988 verscheen.

In eerste instantie werd deze elpee geadopteerd door Albert Heijn, die hem ter beschikking stelde bij aankoop van flessen Bordeaux. Bovendien verscheen een Franse versie. Deze werd zo gewaardeerd dat het Centre Pompidou de muziek permanent liet horen tijdens een wekenlange expositie gewijd aan de architectuur van Bordeaux. En Willem Duys draaide ‘m inderdaad.

Voorts gingen Laurens en ik een aantal keren op tournee. Tijdens diners waarbij uiteraard wijnen uit Bordeaux werden geschonken, speelde Laurens diverse stukken, nadat ik had uitgelegd waarom de muziek klonk zoals hij klonk. Onze optredens vonden o.a. plaats in de grotten van Château Neercanne, in het Familiehotel Paterswolde, in Parkheuvel (Rotterdam, toen nog van Cees Helder) en in het gemeentehuis van Leuven. Voorts werd de oorspronkelijke partituur van het prachtige stuk Les Fleuves kunstzinnig versierd door Jan Sierhuis, en vervolgens voor een goed doel door Christie’s geveild.

Helaas, dit zijn nu slechts herinneringen – die ik blijvend zal koesteren. Maar Laurens’ muziek, die is tijdloos. Het was bovendien een voorrecht om Laurens niet alleen als musicus te hebben gekend, maar ook als een heel fijn, vriendelijk, levensgenietend mens.

Hubrecht Duijker, 22 maart 2024

 ***

Anno 1988 plantte men tweehonderd riesling stokken bij de tuinbouwschool van Berlijn-Schöneberg, en sinds 1992 wordt daarvan wijn gemaakt. Dit gebeurt door de Genossenschaft Meddersheim in de wijnstreek Nahe. Hier vlakbij ligt het partnerdorp dat ook Schöneberg heet, en het is daarom dat de wijngaard Schöneberger Nahe-Freund wordt genoemd. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com), die dit label selecteerde uit zijn omvangrijke collectie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.