Voor oningewijden is het even zoeken naar het Dordrechts Museum (en vrije parkeerplaatsen in de buurt),  want het ligt min of meer verscholen tussen smalle eenrichting straten in het hart van de stad, maar dat loont de moeite. Want in dit al ruim 180 jaar bestaande museum is veel moois te zien uit zes eeuwen schilderkunst, terwijl er tevens tijdelijke tentoonstellingen zijn. De werken werden over zo’n dozijn zalen thematisch verdeeld, en de vaste collectie is zo groot dat bij herhaling schilderijen boven  elkaar hangen.  Zo vind je er ‘Dordtse meesters uit de school van Rembrandt’ (met ook een grote echte Rembrandt, De verloochening van Petrus, zie de zaalfoto), schitterende landschappen van o.m. Eugène Louis Boudin, Aelbert Cuyp (in Dordrecht geboren en getogen), Ferdinand Hart Nibbrig, Jacob Maris, Willem Roelofs en Jan Hendrik Weissenbruch, alsmede bloem- en fruitbeelden van zowel Jan Slijters als Charley Toorop, en imposante zelfportretten van respectievelijk Willem Bastiaan Tholen en Max Liebermann. Met als extraatje een – ook letterlijk – schitterende verzameling antieke wijnglazen.


Aelbert Cuyp, Rustende ruiters in een landschap (1655-1660)


Samuel van Hoogstraten, Trompe-l’oeil stilleven (detail, 1661)


Willem Roelofs, Koeien aan de waterkant bij het Gein (1883)


Willem Bastiaan Tholen, Zelfportret in bosrijk landschap (1895)


Jan Sluijters, Vaas met pioenrozen (1912)